Stikstofbelasting Natura 2000-gebieden
Natura 2000-gebieden zijn beschermde natuurgebieden die worden aangewezen ter uitvoering van twee Europese richtlijnen: de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. Voor elk Natura 2000-gebied zijn instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd voor alle beschermde soorten en habitats die daar in niet-verwaarloosbare hoeveelheden aanwezig zijn.
Habitatkaarten
De instandhoudingsdoelen verplichten Nederland om bepaalde vegetaties- en diersoorten in stand te houden. Om te bepalen waar de instandhoudingsdoelen van vegetaties daadwerkelijk liggen, wordt een habitattypenkaart opgesteld. Dit gebeurt op basis van hoogwaardig veldwerk.
Anders dan planten, die een vaste standplaats hebben, bewegen dieren zich door de ruimte: hun leefgebied. Soms is een habitattype onderdeel van dat leefgebied, soms ook een andere soort vegetatie. Die andere vegetaties kunnen ook stikstofgevoelig zijn. Van deze verschillende stikstofgevoelige vegetaties – waar een soort ook daadwerkelijk als leefgebied gebruik van maakt – wordt een onderbouwde inschatting gemaakt: de leefgebiedtypenkaart.
De habitattypenkaart en de leefgebiedtypenkaart samen leveren de habitatkaart op. Deze wordt in AERIUS gebruikt om de stikstofbelasting te toetsen.
Hexagonen
AERIUS berekent de stikstofneerslag op specifieke punten, waarbij het resultaat wordt toegewezen aan een gebied van één hectare rond dat punt. De hectares worden in AERIUS weergegeven als zeshoeken (hexagonen). In deze hexagonen vind je informatie over de locatie van stikstofgevoelige natuurtypes in Natura 2000-gebieden, die volgens de regelgeving beschermd moeten worden. Ook is vastgelegd om welke natuurtypes het gaat.
Het resultaat dat je ziet in AERIUS bij een hexagoon, is altijd het resultaat van het punt in het midden van die hexagoon. Voor elke hexagoon wordt de oppervlakte per natuurtijdperk berekend. De berekende oppervlakte is het werkelijke gebied (in hectare) waar een natuurtijdperk voorkomt.
Kritische depositie waarde (KDW)
Sinds januari 2024 is de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (dat in 2021 door het Kabinet is vastgelegd) opgenomen in de Omgevingswet. Een belangrijke graadmeter hiervoor is de kritische depositiewaarde (KDW). De KDW laat zien hoeveel stikstof in mol per hectare per jaar een natuurtype maximaal aan kan. De KDW is daarmee de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van leefgebieden van dieren of planten achteruitgaat door stikstofneerslag.
Hexagonen waar de achtergronddepositie hoger is dan de KDW van de aanwezige habitattypen, of waar de KDW tot 70 mol wordt benaderd, worden beschouwd als (naderend) overbelaste hexagonen. Op deze hexagonenset worden de berekeningen voor de vergunningverlening uitgevoerd.
In een verkenning wordt onderzocht of er een alternatief mogelijk is voor het op de KDW gebaseerde doel voor stikstofreductie in de wet.
Achtergronddepositie
De achtergronddepositie (ook wel aangeduid als 'stikstofdeken') is de som van de depositie van alle emissiebronnen. De achtergronddepositie wordt gebruikt om te beoordelen of een hexagoon (naderend) overbelast is. Jaarlijks worden deze cijfers geactualiseerd.